Topotip 8: meet zoveel mogelijk periferie

Wanneer we kijken welk gedeelte van een contactlens daadwerkelijk het oog raakt dan is dit het perifere gedeelte van de lens. Voor de nieuwe generatie contactlenzen wordt dan ook het periferere gedeelte van de cornea gebruikt voor het juist berekenen van de geometrie van de lens. Met andere woorden, we kunnen tegenwoordig contactlenzen veel nauwkeuriger aanpassen waarbij de vorm van de cornea veel meer wordt gerespecteerd. We nemen dus steeds meer afscheid van de centrale keratometer waarden.

Een corneatopograaf stelt ons specialisten in staat om veel meer data te verkrijgen van de perifere cornea. Hetgeen we nodig hebben om veel accurater contactlenzen aan te kunnen passen. Maar ja, dan moeten we die periferie natuurlijk wel meten….

Een tip om zoveel mogelijk periferie te meten is tijdens de meting zelf goed te kijken waar de placidoringen het oog raken en waar niet. Met een kleine verandering van de hoofdhouding van de consument kan dit eenvoudig geoptimaliseerd worden. Om alle meetpunten op het oog te krijgen is de kunst het hoofd zo te draaien dat het geen placidoringen meer tegenhoudt. Op deze manier heb je geen last van de neus of orbita.

Ook is het zinvol om de consument er onophoudelijk op te wijzen de ogen zo groot mogelijk te maken. Op deze manier wordt de periferie maximaal gemeten. Ook hierbij kan het zinvol zijn om een kunsttraan te gebruiken. Vaak als ogen opzettelijk groot gemaakt worden, zorgt dit voor een instabiele traanfilm. Zoals bekend heeft een instabiele traanfilm invloed op de kwaliteit van de topografiemeting. Zie ook topotip 5: gebruik kunsttranen voor meer informatie hierover.

Op de linker afbeelding is goed zichtbaar dat er een groot gedeelte van de geprojecteerde placidoringen ontbreekt. Op de rechter afbeelding is hiervan het topobeeld zichtbaar. Er mist simpelweg te veel informatie. Op deze manier is het onmogelijk een goed passende lens te berekenen. We moeten ons als specialist in zo’n geval écht vooraf afvragen of dergelijke beelden bruikbaar zijn.

Met een andere hoofdhouding achter de corneatopograaf kan er waarschijnlijk eenvoudig meer in de periferie gemeten worden. Geloof me, iets meer tijd en aandacht besteden aan corneatopografie wordt achteraf rijkelijk beloond door betere beelden, betere lenspassingen en daardoor minder stoeltijd en tevreden klanten.

Dit was topotip 8 uit de video 10 topotips. In het volgende artikel gaan we dieper in op topotip 9: laad de beelden in Easyfit.