Topotip 4: laat de consument knipperen

Zoals bij topotip 2 al is beschreven, meten we met de corneatopograaf de traanfilm in plaats van de daadwerkelijke vorm van de cornea. Het is om die reden van belang dat die traanfilm kwalitatief goed is. Een consument laten knipperen achter een corneatopograaf is dan ook een must. Hoe vervelend dat af en toe ook kan zijn voor onze meting.

Besef dat het uitvoeren van een topografiemeting voor ons specialisten iets is dat we dagelijks doen. Voor een consument is het iets wat ze soms nog nooit hebben ervaren. Soms komt er letterlijk heel veel op hun af: bij de ene topograaf een grote ‘dome’ met allemaal zwart/witte cirkels, bij anderen juist een kleine conus die bijna in de oogkas verdwijnt. En dan gaan die apparaten ook nog allemaal rood oplichten. Denk maar niet dat iemand dan vanuit zichzelf gaat knipperen.

Dat is vervelend, want door niet te knipperen wordt de traanfilm instabiel met slechte topobeelden als gevolg.

Het is dus uiterst belangrijk dat wij als specialist de consument helpen herinneren te blijven knipperen. Ervaring leert dat het onvoldoende is dit eenmaal aan te geven. Keer op keer herhalen is belangrijk, ook al voelt dat soms overdreven.

Mocht je ondanks het vele knipperen toch onregelmatige topobeelden krijgen, probeer dan eens een meting te verrichten na het druppelen van kunsttranen. Wacht een paar minuten (afhankelijk van de druppel) en doe de meting opnieuw.

Door aandacht te besteden aan deze tip kan het aantal goede passingen significant toenemen. Al eens bedacht hoe veel stoeltijd dit achteraf kan schelen? Een goed begin is nu eenmaal het halve werk.

Dit was topotip 4 uit de video 10 topotips. In het volgende artikel gaan we dieper in op topotip 5: gebruik kunsttranen.