2017-11-23

Sclerale lenzen: waarom zijn vormen belangrijk?

door Fokko Trip

Ons  inzicht in de vorm van het hoornvlies heeft sinds jaar en dag allerlei contactlensdesigns opgeleverd, met als resultaat een verbetering van de visus en comfort. Echter, toen sclerale lenzen hun opwachting maakten, begonnen onderzoekers zich af te vragen hoe toepasbaar hun kennis van de  vorm van het hoornvlies is bij het ontwerpen van een lens die over het hoornvlies valt. Wat ze ontdekten was dat je geen aannames kunt doen over de vorm van het hele oog, gebaseerd op wat je van het hoornvlies weet. Integendeel, het voorste oculaire oppervlak is uniek en om het sclerale lensontwerp echt te optimaliseren, is het nodig om ook principes van de sclerale anatomie te begrijpen.

Corneale vorm ≠ Sclerale vorm

Er werd altijd vanuit gegaan dat de sclera, net als het hoornvlies, een gebogen vorm heeft. Maar, toen de onderzoekers1 OCT beelden en daarmee corneavormen nader onderzochten, ontdekten ze dat de overgang van het perifere hoornvlies naar de sclera vaak in een rechte lijn gaat. Dit betekent dat het tangentiaal is. Het blijkt ook dat de limbus aan de temporale zijde van het hoornvlies gemiddeld vlakker is, of minder geprononceerd, dan aan de nasale kant.

Onderzoekers van de Pacific University of Optometry namen metingen van 96 ogen en vonden dat de vorm van het overgangsgebied tussen hoornvlies en sclera in de meeste gevallen recht was, waarbij slechts een kwart van de gevallen concave vormen en weinig convexe vormen vertoonde. De meest voorkomende sclerale vorm was dus tangentiaal (zie figuur 1, profile 2). Dit zijn waardevolle inzichten die een enorme impact hebben op het ontwerpen van lenzen die op de periferie van het oog rusten.

Figuur 1.  Courtesy of Daniel Meier/ die Kontaktlinse

De asferische sclera

Een andere interessante ontdekking die een grote invloed heeft op het sclerale lensontwerp houdt verband met het feit dat zelfs van hetzelfde oog de sclerale vorm per meridiaan kan verschillen. Hierdoor weten de onderzoekers1 nu dat het oppervlak buiten de grenzen van de cornea ook niet altijd rotatiesymmetrisch is (zie bovenste afbeelding figuur2).

Figuur 2.  Bron; Pacific University – the Scleral Shape Study

Echter is de ontdekking dat de sclera niet rotatiesymmetrisch is, niet gloednieuw. In feite is het in 2006 beschreven door Esther-Simone Visser, in een studie waarin te zien is dat een niet rotatiesymmetrische scleraal lens een betere passing laat zien.

Nu we meer weten over de vorm van de sclera, ontstaan er verschillende vragen. Waarom zouden we dan lensontwerpen gebruiken die niet passen bij de vorm van de sclera en daardoor niet exact op de goede plek rusten? Wat zal de invloed zijn van een rotatiesymmetrische sclera lens op een torische sclera? Dit betekent waarschijnlijk geen ideale passing en comfort en mogelijk visus problemen.

Onze mini sclera lens, de TimeXL,  is een innovatieve sclerale lens met een bi-tangentiële periferie die ontwikkeld is in samenwerking met Visser Contactlenzen. Een lens die rekening houdt met de vlakkere, meer torische sclera, waardoor deze makkelijker stabiliseert. Hierdoor verhogen het comfort en de visus. In mijn volgende blog vertel ik meer over onze nieuwe mini sclera lens.

1 Van der Worp E, Graf T, Caroline P. Exploring beyond the corneal borders. Contact Lens Spectrum 2010;6:26-32.
2 Visser ES, Visser R, Van Lier HJ. Advantages of toric scleral lenses. Optom Vis Sci 2006;83:233Y6.
3 Visser ES, Visser R, van Lier HJ, Otten HM. Modern scleral lenses. Part I: clinical features. Eye Contact Lens 2007;33:13Y20.
4 Visser ES, Visser R, van Lier HJ, Otten HM. Modern scleral lenses. Part II: patient satisfaction. Eye Contact Lens 2007;33:21Y5.

Terug naar het overzicht